Modernistisch Realisme

In het gehele oeuvre van Otto van Rees wordt een belangrijke plaats ingenomen door een modernistisch realisme. In zijn schilderijen blijven de kubistische en abstraherende fases, die hij als kunstenaar doormaakte, steeds in zijn doeken doorwerken. Vooral in zijn vlakverdeling en het wisselende perspectief binnen een werk komt dit tot uitdrukking.

Bij zijn portretten lijkt het niet zozeer de kunstenaar die kijkt. Het zijn de geportretteerden die vorsend naar hem kijken, zich afvragend in hoeverre hij tot ze door weet te dringen.

Zijn realistische stillevens hebben een verhalende lading door de gebruikte symboliek.

Stilleven bij open balkondeur 1926: voorjaar, de mimosa geurt, de deuren kunnen open. Het is tijd om scheep te gaan en nieuwe ontdekkingen te doen.

Het venster op de Bouwstraat: uit 1944: het is oorlog, uitzichtloosheid en het schilderen is aan banden gelegd. Als subtiel protest schildert Van Rees een vaasje: rood, wit, blauw en een oranje appel.

Na jaren van tegenslag heeft Otto van Rees een nieuwe levensgezellin.  De luit, symbool voor harmonie, keert terug in zijn huis en zijn werk. Hij verbeeldt dit op de schildersdoeken binnen dit werk.

In zijn vijfenzestigste levensjaar kijkt Van Rees terug op zijn leven. Als symboliek hiervan schildert hij een tafel vol liefde. De eeuwige liefde (de kweeperen), maar ook de bitterheid van de liefde (de citroenen ernaast). De attributen in het middengedeelte symboliseren de liefde voor zijn thuis, een gezamenlijk leven en een scheppend leven. De papavers staan symbool voor de vergankelijkheid. Had hij zich vaker een spiegel voor moeten houden? Bijna verborgen, achter op de tafel.