Na de winter van 1904 – 1905 in het fameuze Bateau Lavoir te hebben gewoond en gewerkt vestigt Van Rees zich in het voorjaar van 1905 in Fleury-en-Bière, buurdorp van Barbizon. Hij is zeer geïnspireerd geraakt door de werken van Vincent Van Gogh, die hij op de Salon des Indépendants zag. Van Gogh die weer werd geïnspireerd door Millet, school van Barbizon.
Van Rees legt de werkende boeren en de omgeving vast. Zijn kleurgebruik begint getemperd en realistisch in de nog kale velden. Naar gelang het seizoen vordert worden zijn werken steeds kleurrijker.
Van Dongen komt begin zomer met zijn gezin naar Fleury en blijft de hele zomer te gast bij Van Rees. Ze werken zij aan zij. Van Rees heeft van Herman Heijenbrock en Jan Toorop goed met pastelkrijt leren werken. Onder invloed van Otto van Rees gaat Van Dongen hier voor het eerst ook mee werken. Hij zal zich, op aanraden van Otto, na dat zomerseizoen vestigen in Van Rees’ atelier in het Bateau Lavoir.
Deze jaren brengt Van Rees door in Italië, in Anzio onder Rome. Zonder vooropgezette studie of contourlijnen legt hij vast wat hij om zich heen waarneemt. Vissers en hun vrouwen; agaven die zijn tuin omsluiten en zonovergoten landschappen in zeer felle kleuren. Werk uit deze periode exposeert hij bij Galerie Oldenzeel. Dit is één van de weinige galeries die aandacht schenkt aan de jonge modernen. Het Nederlandse publiek is er echter niet klaar voor. De recensenten begrijpen niets van zijn kleurgebruik.